Visitors Now: | |
Total Visits: | |
Total Stories: |
Story Views | |
Now: | |
Last Hour: | |
Last 24 Hours: | |
Total: |
Matthijs is een man met zijn eigen gebruiken en logica. Hij is gelabeld met autisme. Hij beleeft zowel euforische dagen als dagen dat hij dood zou willen zijn. Zijn ‘levensverhaal’ houdt hij bij in een soort dagboek.
Met zijn jeugdvriend besloot hij een documentaire te maken over zijn leven. Hoe verschillend ze ook zijn, ze kunnen het goed met elkaar vinden, begrijpen elkaar en kunnen ook samen lachen.
Op de momenten dat Matthijs zijn ding kan doen en grip heeft op de situatie, kun je gewoon een gesprek met hem voeren. Als iets belangrijks niet lukt, schiet hij in de stress en loopt hij vast. (Wie niet?)
Matthijs neemt alle gesprekken met ‘autoriteiten’ en ‘hulpverleners’ op, in de hoop te doorzien wat ze nu eigenlijk bedoelen, wat naar zijn zeggen meestal haaks staat op wat ze zeggen. Hulpverleners overleggen met elkaar en praten en beslissen over mensen. Opgelegde regels noemen ze afspraken. Als je een stigma hebt, zou alles aan jou of aan je ‘ziektebeeld’ liggen.
Mensen gebruiken verhullende en vaak misleidende taal. Ze houden zich niet aan hun afspraken. Matthijs is niet iemand die vreemden toelaat op zijn privéterrein, zonder daarvan in de stress te raken. Wie wel? Zijn emotionele geschreeuw wordt weer uitgelegd als geestelijke gestoordheid. Nooit hoor je eens iemand zeggen: “Hij kan tenminste voor zichzelf opkomen.”
Matthijs zit in een conflict met de woningbouwvereniging. Hij verricht klussen in zijn woning waar de organisatie het niet mee eens is, omdat het onveilig zou zijn. Al meerdere keren krijgt hij daar waarschuwingen over. Zelf denkt hij: als hij zich maar aan de ‘afspraken’ houdt, het dan in orde komt. Dat er regels zijn die voor iedereen gelden, oké, maar nu komt het:
Er staat een begeleidster voor de deur. Er is iemand van de woningbouwvereniging(?) en een deurwaarder die hem uit zijn huis willen zetten. Het bericht komt van het een op het andere moment. “Er was beloofd dat er geen dagvaarding zou komen!” roept hij ontzet. Dit was hem zeker toegezegd. Als hij vragen stelt waar het over gaat, kan zij daar geen antwoord op geven, terwijl zij het nieuws komt brengen. In zijn paniek schreeuwt hij het uit.
“Ik vraag het toch de hele tijd, waarom krijg ik geen antwoord!” De dame doet alsof ze er voor hem is, maar steunt hem nauwelijks en gaat nergens op in. In plaats daarvan maant ze hem om rustig te blijven. Hij gaat tekeer. Voor hem is zijn woning zijn universum. Een eigen plek waar hij veilig hoort te zijn. De mevrouw duikt wat in elkaar alsof hij gevaarlijk is, hoewel hij niemand maar met een vinger aanraakt.
“Waarom helpt niemand mij, waarom moet ik altijd alles alleen doen!” schreeuwt hij in zijn wanhoop uit. “Wat willen ze van mij!” Een gevoel dat mij bekend voorkomt. De situatie niet overzien. Denken dat iets is opgeklaard of opgelost, wat niet het geval blijkt te zijn. Mensen die mijn leven overhoop gooien en niemand die mij steunt of beschermt. “Waar slaat dit op?” zegt hij iets rustiger. “Waarom hebben ze me niet gewaarschuwd?”
Hij voelt zich in de steek gelaten en bedrogen. Die uitbarstingen herken ik, mezelf niet meer in de hand hebben, al ging ik zelf vaak ‘op slot’.
De filmmaker komt in actie als Matthijs een overdosis heeft ingenomen, door een ambulance te bellen. Hulpverleners die de woning binnendringen en Matthijs meenemen. Weliswaar met een reden, maar doet men ook iets met de oorzaak? Al veel eerder kondigde hij aan zelfmoord te plegen als de woningbouwvereniging hem zijn huis uit zou zetten….Lees verder
2012-11-15 07:03:00